Meest recente Update:

 De strijd om het recht te bestaan — over haat, verdeeldheid en verantwoordelijkheid binnen en rond de LGBTQ+ gemeenschap

In heel Europa wint een oude, giftige reflex opnieuw aan kracht: de neiging om identiteit tot vijand te maken. Wat decennialang met moeite verworven is aan rechten en erkenning voor LGBTQ+ personen, staat vandaag onder druk — niet enkel in autoritaire regimes zoals Hongarije of Rusland, maar ook in zogenaamd liberale democratieën als België. De retoriek die vroeger op de rand van het maatschappelijk aanvaardbare zweefde, vindt opnieuw publiek gehoor. Het verbaal en fysiek geweld volgt. De cijfers liegen niet, zeker niet onder jongeren.

Die heropleving van haat jegens LGBTQ+ personen is geen losstaand fenomeen, maar maakt deel uit van een bredere regressieve golf waarin extreemrechts, religieus fundamentalisme en reactionaire identiteitsdenken elkaar vinden. Michel Foucault zag in de regulering van het lichaam en de seksualiteit een kernstrategie van macht: niet wat verboden is, maar wat gereguleerd wordt, onthult wie mag bestaan en onder welke voorwaarden. Vandaag zien we hoe opnieuw grenzen worden getrokken rond wie ‘natuurlijk’, ‘normaal’ of ‘toelaatbaar’ is.

Polarisatie als strategie

De opmars van haat is geen bijwerking van debat, maar een doel op zich. Conservatieve krachten benutten verdeeldheid als politieke hefboom. In navolging van Carl Schmitt wordt politiek herleid tot een binaire tegenstelling: vriend of vijand. Wie zich niet conformeert aan het normatieve gezinsbeeld, het binaire genderkader of het morele conservatisme, wordt tot vijand gemaakt. In dat licht moeten we ook de toename van anti-transretoriek begrijpen: niet als bezorgdheid, maar als reactionaire backlash tegen vrijheid.

Solidariteit vereist zelfkritiek

Het is verleidelijk om de verantwoordelijkheid uitsluitend bij de maatschappij te leggen. En inderdaad, het is een plicht van elke democratie om minderheden actief te beschermen. Maar solidariteit is geen eenrichtingsverkeer. Ook binnen de LGBTQ+ gemeenschap rust verantwoordelijkheid. De verdeeldheid tussen LGB- en TQ-gedeelten van de gemeenschap is reëel en groeiend. Die interne breuklijnen worden actief versterkt door externe actoren die er baat bij hebben. Verdeel en heers werkt alleen als er iets te verdelen valt.

Dat vergt introspectie. Simone de Beauvoir stelde dat men niet als vrouw geboren wordt, maar tot vrouw gemaakt wordt — een identiteit die men niet vrij kiest, maar waarin men geplaatst wordt.

Queer solidariteit kan niet selectief zijn. Wie pleit voor ruimte, moet ze ook gunnen. De paradox is dat een gemeenschap die strijdt voor verschil, ook het verschil binnen zichzelf moet kunnen dragen. Die opdracht is niet eenvoudig, maar essentieel. Zoals Audre Lorde het stelde:

“There is no such thing as a single-issue struggle because we do not live single-issue lives.”

Pride als protest, niet als performance

Activisme dreigt vandaag in de marge gedrukt te worden door commercie, spektakel of vrijblijvende zichtbaarheid. Terwijl haat op straat en online escaleert, wordt Pride soms gereduceerd tot een esthetisch statement. Maar Pride was nooit bedoeld als feest, wel als verzet. De Stonewall-rellen van 1969 ontstonden uit een woede die niet langer gedoogde dat mensen in de kast moesten kruipen om te overleven.

Tot slot

De terugkeer van haat is geen natuurwet, maar een politieke keuze. En net daarom vergt het een politiek antwoord. Geen naïef geloof in vooruitgang, maar een bewuste hernieuwing van het sociaal contract, waarin pluraliteit geen bedreiging vormt, maar de essentie van democratie is. Hannah Arendt schreef dat vrijheid nooit gegeven is, maar altijd hervonden moet worden in de praktijk van het samenleven.

Voor de LGBTQ+ gemeenschap betekent dat: blijven eisen, blijven organiseren, maar ook blijven verbinden. Niet ondanks verschil, maar erdoor.

Want vrijheid is ondeelbaar.